AAI Centrum de Klimop

Preventie schooluitval

Tijdens de jarenlange samenwerking met leerplichtambtenaren is gebleken dat zowel de leerplicht als wij dezelfde bevinding hebben: van veel van de leerlingen die uitvallen in het voortgezet onderwijs, blijkt dat de problematiek al in het basisonderwijs aanwezig was. U krijgt achtergrondinformatie wanneer u op de onderstreepte woorden klikt.

Basisscholen zijn, mede dankzij de veilige omgeving die zij kunnen bieden, vaak in staat om te voorkomen dat kinderen met internaliserende problematiek uitvallen op school. Uit onderzoek, o.a. van het Kohnstamminstituut met de titel “Niet thuisgeven“, blijkt dat met name de overgang naar het middelbaar onderwijs en het verliezen van de veilige omgeving van de basisschool, te veel is voor deze kinderen.

In juli 2020 heeft A.A.I. centrum De Klimop een korte documentaire gemaakt, om -leerkrachten van- het basisonderwijs alert te maken op het belang van vroegsignalering van internaliserende problematiek en het reageren op deze signalen, zoals tijdig passende hulp inschakelen.

De mogelijkheden die kindercounseling met hulp van dieren kan bieden

Keer op keer gebeurt het weer dat kindercounseling waarbij de hulp van dieren wordt ingezet, grote invloed heeft op het gedrag en de persoonlijkheid van het kind. Hieronder volgt een greep uit reeds beschreven positieve resultaten, vertaald in de mogelijkheden die kindercounseling met hulp van dieren kan bieden:

1. Het overwinnen van angst


Eén zijn met de kudde

In de vertrouwensband die door de kindercounseler en het dier met het kind wordt opgebouwd, wordt de basis gelegd om aanwezige angsten te overwinnen. Bij de omgang met een dier krijgt het kind de mogelijkheid om zelf in de hand te hebben hoe dicht het dier benaderd wordt, wanneer hij ernaartoe gaat en op welke manier hij het dier benadert. 
Daarnaast hebben de dieren een voorbeeldfunctie: wanneer het kind door krijgt dat dieren ook angten kennen en kan zien hoe het dier dien angsten overwint, kan dit een stimulans voor het kind zijn om de eigen angsten te overwinnen.


Samen een hindernis genomen!

2. Groei naar zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid 

Gedurende de sessies zal het kind leren hoe het problemen om kan zetten in vaardigheden. In de omgang met de dieren zal het ondervinden dat het steeds meer kan. Het kan steeds beter en preciezer communiceren met een dier waardoor het steeds meer controle over het dier krijgt. Hierdoor wordt zijn gevoel van eigenwaarde gestimuleerd, vooral bij het controle uitoefenen over een zo groot dier als een paard! En vanaf een paard kijkt het van een geheel ander perspectief naar zijn omgeving. Het verzorgen van een dier kan een groot gevoel van verantwoordelijkheid geven. Een dier heeft immers die verzorging nodig om gezond te blijven. Het gevoel van “verzorgen” wordt door het kind vaak als nieuw ervaren. Meestal zijn de rollen omgekeerd en is het het kind zelf die verzorging nodig heeft. Door zelf de verzorgende taak op zich te nemen, kan dit stimulerend en motiverend werken om ook op andere vlakken meer verantwoordelijkheid op zich te nemen en daardoor zelfstandiger te worden.


Steeds meer controle over het dier


3. Het gewaardeerd voelen

Indien een kind het dier goed behandelt, zal deze het kind aanvaarden en gehoorzamen en zo het gevoel van gewaardeerd zijn bij het kind verhogen. Ook tijdens de verzorging groeit er een band tussen het dier en het kind, gebaseerd op wederzijds vertrouwen, wat kan uitgroeien tot waarderen van/door beide partijen.


Wederzijds vertrouwen

4. Verbeteren van de motivatie 

Contact met dieren binnen kindercoaching kan heel stimulerend werken, omdat het meer als spel, hobby of zelfs sport ervaren kan worden. Het werken met een levend dier op zich is al een uitdaging/prikkeling, vooral voor kinderen die het zo hard nodig hebben om beter te kunnen voldoen aan de eisen die door de omgeving aan hen gesteld worden. De uitdaging en succeservaringen stimuleren hen om zich ook in andere omstandigheden beter in te zetten.


Succeservaringen opdoen dankzij het gevoel te hebben met iets superleuks bezig te zijn


5. Ontspanning

Door de aandacht te vestigen op het dier wordt de aandacht afgeleid van de dagelijkse problemen en kan het kind zich na een tijdje ontspannen en tot rust komen.
Een ontspannen toestand kan het denken positief beïnvloeden. Daarnaast verlopen bewegingen gemakkelijker en efficiënter met als gevolg een grotere vrijheid van bewegen. Door een combinatie van beide aspecten kan het kind zich (even) lekkerder in zijn vel voelen, wat nogal eens doorwerkt in de situatie buiten de sessie.


Aandacht vestigen op het dier

6. Beter omgaan met problemen 

Het dier kan tijdens de sessies de functie van een echte vriend krijgen, waardoor het kind geneigd is zijn problemen tegen het dier te vertellen. Het dier luistert en zal niet oordelen of bestraffen, ook al vertelt het kind onrealistische dingen of fantasie-verhalen. Het kunnen vertellen aan een luisterend, niet-oordelend oor, het onbekommerd kunnen verwoorden of uiten van problemen, helpt bij het verwerken ervan.

Een luisterend oor van Rix

7. Positieve aandacht

De sessies met de dieren bieden een uitstekende gelegenheid om positieve ervaringen op te doen, zeker bij kinderen die problemen ondervinden met hun gedrag. Dieren geven over het algemeen positieve feedback. In het werk met dieren kunnen opdrachten zeer eenvoudig gehouden worden en van dien aard zijn dat ze positieve bekrachtiging opleveren. Kinderen blijken zich in de nabijheid van een dier rustiger en positiever te gedragen en komen als vanzelfsprekend in een opwaartse positieve spiraal terecht.


 

Positieve aandacht, daar groeit een kind van!


8. Het opdoen van sociale vaardigheden

Op De Klimop wordt op verschillende manieren aan sociale vaardigheden gewerkt. Vanuit individuele sessies, waarbij het kind rekening heeft leren houden met het dier, kan het leren samenwerken met (een) ander(e) kind(eren) waarbij het rekening moet houden met meerdere dieren en kinderen. In een dergelijke samenwerking blijkt het dier een gemeenschappelijk interessepunt te zijn. We zien hoe kinderen met elkaar praten zonder zich bedreigd te voelen, want ze kunnen het veilig houden door de dieren en de vaardigheden die ze hebben geleerd centraal te laten staan in hun gesprekken. Het voelt ook goed om over successen te praten!
In de sociale vaardigheids voltige, wordt het al in de naam van de activiteit duidelijk dat tijdens de voltige lessen de kinderen op speelse en acrobatische wijze sociale vaardigheden aanleren. Samen op het paard helpen ze elkaar om veilig moeilijke oefeningen te doen.

 

Samenwerken en rekening houden met elkaar


10. Gevoelsontwikkeling

Zowel paarden als honden kunnen een belangrijke rol spelen in de gevoelsontwikkeling en de uiting van gevoelens. Het kind krijgt op De Klimop de mogelijkheid een hechte band op te bouwen met het dier dat zij zelf hebben uitgekozen om mee te werken. Door herhaling en ervaring wordt deze band niet alleen maar sterker, maar gaat het kind zich ook zekerder voelen door de succeservaringen die het opdoet. Het krijgt steeds meer houvast. Mede daardoor, alsook door de duidelijke en herkenbare reacties van het paard of de hond op de stem van het kind, kan het kind leren omgaan met emoties als blijdschap, verdriet, mislukking, slagen, aanvaarding, het wel en wee van anderen enz. De ervaring heeft geleerd dat met name de paarden in dit proces een belangrijke rol spelen. Door het omgaan met en het rijden op een paard kunnen kinderen hun gedrag beter beheersen en kan het gedrag duidelijker in banen worden geleid.

 

Een hechte band!


11. Bewustwording van de blik 

De blik blijkt een onmisbaar element in de kindercoaching met hulp van met name paarden te zijn. Door de blik kan zowel het kind als de kindercoach uitnodigen, aandacht onderhouden of aanmoedigen, maar soms kan het kind er ook mee afstoten of intimideren. Om het kind zich bewust te laten worden van de invloed van de blik, laten we het kind in het grondwerk met de blik het paard van tempo wisselen. Ook wordt het kind bewust gemaakt van de manier waarop paarden de wereld in kijken. Het paard heeft de blik van herbivoren die een breed veld bedekt zonder iemand te fixeren. Hierdoor heeft het een zachte blik, een blik die niet veroordeelt maar vertrouwen blijk te geven. Hier kan een kind veel van leren.

Een zachte blik

Aspecten van ervaringsleren op De Klimop

Om te kunnen lezen, schrijven of rekenen zijn er tal van voorwaarden nodig die vooraf gaan aan deze vaak ingewikkelde leerprocessen. Het komt vaak voor dat een kind hierin problemen ondervindt. Een stap terug is dan vaak nodig, we kijken of aan de voorwaarden voorafgaande aan het probleem is voldaan of dat er wellicht hiaten zijn ontstaan. 

Om te leren rekenen:
moet het kind diverse gebieden beheersen. Het moet kunnen sorteren, groepjes maken, vormen herkennen, ruimtelijk inzicht hebben, meten, schatten, oriëntatie in tijd hebben, tellen, getalbegrip hebben. Verschillende aspecten kunnen we uitlichten: “We gaan nu het voer wegen”, “Wat is zwaarder en wat even zwaar?”. We brengen het voer naar de stallen: “Waarom is deze zak nu zwaarder terwijl hij er kleiner uitziet?” Allemaal ontdekkingen die het kind zelf gaat ervaren en dus leert! 


Ruimtelijk inzicht en wegen


Om te leren schrijven: 
moet de motorische ontwikkeling uitgebalanceerd zijn. Het moet een manuele vaardigheid bezitten. De motoriek verloopt van grof naar fijn, van dik naar dun. De oefeningen worden in de ruimte gedaan (paddock, buitenbak, wei..). Letters worden “gelopen” bv. we maken een grote letter A, we strooien zaagsel over de lijnen terwijl we weer over de lijnen lopen. Dan rijden we de letter op de rug van het paard (weer een ander gezichtspunt). Daarna “tekenen” we de letter op een groot bord, we gaan met scheerschuim grote letters voelen, verven, steeds kleiner tot we uiteindelijk een letter op papier hebben.


Ferry schrijft.jpg
Leren schrijven

Om te kunnen lezen:
moet het kind over tal van vaardigheden beschikken. Het moet kleine verschillen kunnen opmerken, details en verschillen zien. Wat is hetzelfde, wat het verschil? Het kind moet de begrippen links en rechts beheersen (de leesrichting). Allerlei begrippen beheersen zoals bijvoorbeeld “over”, “achter”, “voor”, “boven”, “beneden” en “langs”. Het moet weten wat een zin is, wat een woord is en nog veel meer. We kunnen de begrippen in de natuurlijke omgeving verkennen en ervaren: we laten het kind concreet voelen en ervaren wat links en rechts is; we gaan de dieren in de stal brengen of achter de stallen; we zitten boven op het paard en we lopen naar rechts en links met de hond. 


Begrippen beheersen


Een praktijkvoorbeeld
Het is een koude maar zonnige winterochtend. De paarden liggen nog “in hun bed” (staan op stal). We lopen naar de stallen om de paarden “wakker” te maken. Ze begroeten ons uitbundig en er ontstaat meteen een vrolijk, blij gevoel. “Hé, de paarden zeggen goedemorgen!” zegt het kind. 
“Zou Madelief wel zin hebben om naar buiten te gaan nu het zo koud is?” vraagt het kind zich af. We gaan het gewoon proberen. Wat zouden we allemaal nodig om hebben met Madelief aan de hand over het erf rond te lopen (geheugen, opsommen, tellen, taal/denken)? We halen de spullen om Madelief uit de stal te kunnen halen en haar mee naar buiten te nemen. “Hm, kunnen we vandaag eigenlijk wel lezen op Madelief vandaag?” zegt het kind met een bedenkelijk gezicht. Het lijkt hem vanwege de stevige vorst een goed idee om eerst een grondtest doen om te kijken of we wel taken op haar rug kunnen uitvoeren! We gaan de hooinetten vullen in de roundpen. Het kind stampt eens flink dat de ongelijke grond van de wei en voelt dat hij erg hard is (zintuiglijke waarneming). We constateren dat er ijs ligt in alle kuiltjes en kuilen. Op haar rug zitten zal niet gaan, misschien struikelt Madelief dan wel. Als we zien wat Giovanni doet als hij in de paddock wordt gezet, weten we het helemaal zeker dat nu op Madelief zitten geen goed idee is. Giovanni lijkt wel bang en durft zijn voeten bijna niet neer te zetten.


De grond blijkt echt te hard te zijn om op Madelief aan de slag te gaan


We vragen ons af of Madelief het leuk zou vinden om het ijs te kraken of zou het zeer doen aan haar benen (inlevingsvermogen; het onder woorden brengen van gevoelens)?? We halen Madelief uit de stal en nemen haar mee naar de bak, die ook vol ijs ligt. En wat blijkt tot grote vreugde van het kind: Madelief vindt het leuk, loopt er helemaal nieuwsgierig expres overheen, stampt er een keer op en kraakt het ijs onder haar hoeven in stukken!! Zelfs glijden over het ijs vindt ze leuk. Ook het kind stampt op het ijs waardoor het breekt. Het krakende geluid stimuleert het kind.


 Madelief onderzoekt het ijs


We zetten Madelief in de paddock bij de andere paarden, verkennen de ruimte (ruimtelijke oriëntatie) en “kraken” het ijs dat op het water in een voeremmer zit. Dan pakt het kind een stuk ijs. Hij voelt even met blote handen (zintuiglijke ontwikkeling) hoe koud het ijs is. Dan ontstaat er een gesprek, hoe komt het dat er ijs is, wat is ijs eigenlijk, kan het hier ook smelten, wanneer smelt het eigenlijk? Allerlei begrippen komen ter sprake; kou, warmte, vriezen , dooien, smelten, ijs, water, zon, schaduw enz. Er wordt geredeneerd en we besluiten een proefje met de stukken ijs te doen. We willen zien wanneer het ijs smelt, (oorzaak, gevolg, logisch redeneren) waar het smelt, en in welk tijdsbestek (oriëntatie in de tijd). Omdat we willen zien of het ijs echt water wordt als het smelt, doen we de stukken ijs in een andere voeremmer. Het kind komt op het idee het ijs in de zon te zetten, nadat we samen hebben gevoeld (zintuiglijke ontwikkeling) dat het in de zon echt een stuk warmer voelt dan in de schaduw. We denken dat het wel 10 minuten duurt voordat het ijs gesmolten is. We pakken de kookwekker erbij (tijdsbesef) en tellen samen op hoeveel minuten (voorbereidend rekenen) de kookwekker gezet moet worden. Als we de wekker af horen lopen gaan we gauw kijken. Het ijs is dan nog láng niet gesmolten. Er liggen maar een paar druppels water in de bak. We vragen ons af hoe dat kan. De zon is wel warm maar kennelijk niet warm genoeg. Waar is het wel warmer?


en15120928.jpg
Het ijs is nog lang niet gesmolten….

We verkennen het erf en komen vlakbij de dampende mesthoop. Wat is die damp eigenlijk, wat betekent dat? We gaan naar de mesthoop, voelen met onze handen de damp en voelen de warmte die van de mesthoop afkomt. Met een riek maken we een diep gat en kijk, als je dieper gaat voelt het wel héél warm!!  We besluiten de bak met het ijs in het gat in de mesthoop te leggen. We zetten de kookwekker weer op 10 minuten maar gaan “stiekem” na 5 minuten al een keer kijken. En ja hoor, het ijs is al helemaal gesmolten (tijdsbesef). We vertellen onze ontdekking aan pony Madelief in de paddock (logische volgorde, geheugen, sociaal emotionele ontwikkeling taalvaardigheid, taal/denken). We lopen langs de paarden en tellen hoeveel er staan te eten (voorbereidend rekenen, werken met hoeveelheden) Madelief luistert geduldig. Tot slot brengen we Madelief samen met haar paardenvriendjes naar de wei. 

Door de warmte van de mesthoop smelt het ijs wel.


Hoewel dit slechts een fragment uit een sessie is, geeft het goed aan hoe dit kind heel geconcentreerd en gemotiveerd op verkenning gaat, ontdekkingen doet, dingen aan den lijve ervaart, betrokken is en al doende een schat aan leermomenten opdoet op verschillende ontwikkelingsgebieden. Wat hier in korte tijd gebeurt is in een normale schoolsituatie veel moeilijker te bereiken en dat is nu de kracht van de dagopvang en het ervaringsleren op De Klimop! 

Vanaf het moment dat het College van Zorgverzekeraars (het CVZ) bepaalde dat per 1 januari 2011 bij de functie begeleiding geen dieren meer ingezet mogen worden, heeft Paulien niet stilgezeten om daar verandering in te brengen. Nadat het CVZ contact met het platform ‘Paarden in de Zorg’ afhield, heeft Paulien eerst nog naar de toenmalige koningin Beatrix een brief geschreven met de vraag of zij haar netwerk kon inschakelen om een gesprek met het CVZ voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk was er zelfs een brief naar koning Willem Alexander (zo lang duurde het van het kastje naar de muur gestuurd worden) voor nodig om met het CVZ te kunnen spreken. In oktober 2014 was het dan zo ver, waar Marie-José Enders van de faculteit Antrozoölogie en Paulien samen de vertegenwoordigers van het CVZ overtuigden van de kracht van de inzet van dieren als werkzame factor bij begeleiding en hoe dieren juist bij het oefenen van gedragsvaardigheden zo’n belangrijke en motiverende rol kunnen spelen. Uiteindelijk zeiden ze van het CVZ tegen Paulien dat als ze in het kader van de transitie naar de gemeenten bij de gemeenten net zo’n warm en goed onderbouwd pleidooi kon houden voor dieren als werkzame factor in de hulpverlening, dat ze dan vast en zeker de zorg vergoed zou kunnen krijgen. Ze boden zelfs aan om ondersteuning te bieden om er naartoe te werken dat zorgverzekeraars het inzetten van dieren in de hulpverlening zou gaan vergoeden. Dat blijkt in de praktijk echter veel makkelijker gezegd dan gedaan en daarin is nog een lange weg te gaan. 

Inmiddels zijn de gemeenten door onze jarenlange ervaring en goede samenwerking er van overtuigd dat kinderen eerder te bereiken zijn in begeleiding als ze gemotiveerd worden door dieren. Dieren bieden namelijk een fantastische ingang om met de kinderen te werken aan doelen zoals het oefenen van vaardigheden die het zelfvertrouwen vergroten, het oefenen van het samenwerken, contacten aangaan, emoties uiten en ermee omgaan, ADL taken in te slijpen en dus de zelfredzaamheid te bevorderen. Keer op keer is gebleken dat kinderen zich eerder veilig en vertrouwd voelden als er een dier betrokken was bij het oefenen van vaardigheden. Dat is de eerste stap waaraan wij al jaren gewerkt hebben om tot ontwikkeling en verandering te komen. En dankzij de dieren hebben we fantastische resultaten behaald in het vergroten van de zelfredzaamheid en het voorkomen van uithuisplaatstingen. Bij een PGB ligt de inzet van dieren nog steeds een beetje moeilijk, maar via Zorg in Natura wordt het gewoon vergoed door de gemeenten.

Indien u meer informatie wilt over de over de kracht van het inzetten van dieren, kunt u dat vinden op de pagina kindercounseling.


Zelfredzaamheid vergroten door oefenen strikken of in de spiegel kijken om beter tanden te kunnen poetsen.


Daar waar wij sinds jaren het paard inzetten bij de begeleiding, hebben we gebruik gemaakt van steeds meer wetenschappelijke inzichten met betrekking tot de inzet van dieren, zoals bijvoorbeeld het vrijkomen van belangrijke hormonen in contact met dieren, de positieve invloed van inspanningsgerichte drieminsionale beweging op de doorbloeding en ontwikkeling van de hersenen en het dalen van de hartslag en adrenaline in contact met dieren (zie ook het boek “Help, mijn juf is een paard!”). Daardoor konden we de kinderen hulpvraaggericht en doelbewust op een professionele manier met inzet van een paard begeleiden, waarbij ze hun (gedrags)vaardigheden oefenden met of op het paard om een beter resultaat te behalen en de ontwikkeling te bevorderen. Dit kon individueel zijn of in groepsverband. De vaardigheden die de kinderen oefenden met hulp van de paarden hadden hun doorwerking op de thuissituatie, op school en in de samenleving. 
Wij maakten in de begeleiding met hulp van het paard heel bewust een koppeling naar het dagelijks leven van het kind: “Hoe kan je wat je nu oefent met het paard gebruiken en thuis, op school en/of bij vrienden inzetten?” Daarbij hebben we zeer goede resultaten behaald. 



Toen hij begon zei deze jongen: “Ik ga echt geen paard aanraken!” En na 3x een half uur met een paard te hebben gewerkt deed hij dit!


Maar niet alleen met de paarden! Ook de honden hebben een belangrijke rol gespeeld als motivators tijdens het oefenen van vaardigheden en het werken aan doelen met kinderen.



Het overwinnen van watervrees door samen met de honden het water in te gaan

Door de beperkende regelgeving met betrekking tot een PGB hebben we noodzakelijkerwijs onze begeleiding aangepast. We kunnen bij het oefenen in principe geen gebruik maken van de fantastische eigenschappen van onze dieren. Gelukkig vindt de begeleiding nog wel steeds plaats in de natuurrijke omgeving van het A.A.I. centrum en gaan we ervan uit dat de aanwezigheid van de dieren op het terrein al een positief effect heeft op het kind.

Vanaf het moment dat het College van Zorgverzekeraars (het CVZ) bepaalde dat per 1 januari 2011 bij de functie begeleiding geen dieren meer ingezet mogen worden, heeft Paulien niet stilgezeten om daar verandering in te brengen. Nadat het CVZ contact met het platform �paarden in de zorg� afhield, heeft Paulien eerst nog naar de toenmalige koningin een brief geschreven met de vraag of zij haar netwerk kon inschakelen om een gesprek met het CVZ voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk was er zelfs een brief naar de koning (zo lang duurde het van het kastje naar de muur gestuurd worden) voor nodig om met het CVZ te kunnen spreken. In oktober 2014 was het dan zo ver, waar Marie-Jos� Enders van de faculteit antropozoologie en Paulien samen de vertegenwoordigers van het CVZ overtuigden van de kracht van de inzet van dieren en hoe dieren juist bij het oefenen van gedragsvaardigheden zo�n belangrijke en motiverende rol kunnen spelen. Uiteindelijk zeiden ze van het CVZ tegen Paulien dat als ze in het kader van de transitie naar de gemeenten bij de gemeenten net zo�n warm pleidooi kon houden voor de inzet van dieren in de hulpverlening, dat ze dan vast en zeker de zorg vergoed zou kunnen krijgen. Ze boden zelfs aan om ondersteuning te bieden om er naartoe te werken dat zorgverzekeraars het inzetten van dieren in de hulpverlening zou gaan vergoeden. Dat blijkt in de praktijk echter veel makkelijker gezegd dan gedaan en daarin is nog een lange weg te gaan.